Heeft Vlaanderen nog middelen over tegen kinderarmoede?

Het voorbije weekend maakte de Vlaamse regering de grote lijnen bekend van de hervorming van de kinderbijslag. Nu het wetenschappelijk onderzoek naar de effecten op armoede klaar is, kan de hervorming uitgevoerd worden.

De Vlaamse regering klopt op haar borst omdat de wetenschappelijke studie een statistisch significante daling van 0.9% vaststelt. Professor Bea Cantillon merkt terecht op dat “een statistisch significante daling niet per definitie een substantiële daling is.” Alles onder de 1% is met andere woorden geen substantiële daling. Sommige gezinnen, zoals eenoudergezinnen, zullen zelfs “meer te verliezen of minder te winnen hebben bij het nieuwe systeem” (dixit de nota).

De Vlaamse regering was er vlug bij om de 60 euro die elk gezin erbij krijgt in de verf te zetten. “De armoedekloof verkleint met de nieuwe kinderbijslag”, zei de verantwoordelijke minister. Dat klinkt hoopvol, maar het is het niet. De minister vergat immers te vermelden dat bijvoorbeeld eenoudergezinnen maar 21 euro krijgen!

Want Vlaanderen neemt veel meer dan het geeft. De besparingen, dit jaar ook op de kinderbijslag, ook op de kinderopvang, ook op elektriciteit en water, ook op openbaar vervoer, … kosten voor een derde jaar op rij meer dan gemiddeld 50 euro voor een gezin met een laag inkomen.

Gezinnen met een laag inkomen leveren vandaag meer in dan wat ze vanaf 2019 meer zouden krijgen.

De hervorming van de kinderbijslag is daarom een hervorming in mineur.  “De kinderbijslag is nu hét belangrijkste instrument dat Vlaanderen in handen heeft om armoede aan te pakken” , zegt Bea Cantillon (DS 21/01/17).  De kinderbijslag is immers niet enkel een solidariteit tussen kindrijke en kindarme gezinnen, het is bovendien een solidariteit tussen meer begoede gezinnen en gezinnen die het echt nodig hebben. Het betekent de nodige middelen geven voor een toekomst van kinderen die leven in armoede. En het gaat over veel middelen. Het gaat tevens over een instrument dat elk gezin in Vlaanderen bereikt en bijgevolg een directe impact heeft.
Dit instrument maar beperkt inzetten in de strijd tegen kinderarmoede is meer dan een vergissing, het is een miskleun.

Want,  met welke instrumenten  en budgetten zal Vlaanderen de steeds stijgende  kinderarmoede halveren? Subsidies voor sport- en cultuurparticipatie, subsidies voor brede jeugdwerkingen, sociale kruideniers en 1 euro maaltijden, … ? Het ene instrument is beter dan het andere, maar het gaat elke keer over beperkte budgetten die enkel een heel kleine impact of zelfs geen impact op kinderarmoede hebben. En ondertussen blijft de kinderarmoede stijgen.

Met deze en andere hervormingen  versterkt Vlaanderen het Mattheus-effect. Elke keer worden financiële en andere middelen ingezet ten voordele van een  (hogere) middenklasse terwijl de gezinnen aan de onderkant telkens in de kou blijven staan.

Als de Vlaamse regering haar eigen doelstelling om de kinderarmoede halveren  au sérieux neemt dan zal dit niet alleen meer middelen eisen maar ook en vooral een andere inzet van de bestaande middelen. Kinderarmoede halveren vraagt ministers die verantwoordelijkheid nemen en die niet verwijzen naar anderen. Kinderarmoede halveren vraagt resolute keuzes.

En de Vlaamse regering  verzuimt deze te maken.

Een halvering van de kinderarmoede is verder dan ooit.

 

Namens de Decenniumdoelen

Jos Geysels
Voorzitter Decenniumdoelen

 

Michel Debruyne
Coördinator Decenniumdoelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *