Gelijkheid tussen huren en kopen vraagt meer dan een verzekering

Deurbellen

De commissie wonen, armoede en gelijke kansen van het Vlaamse parlement discussieert de komende weken over een onderzoek naar een verzekering gewaarborgd huren. De conceptnota erover staat geagendeerd op 18 januari1. Deze nota vertrekt van de vaststelling dat ‘het niet de taak is van de overheid om mensen in een woonformule te duwen die niet overeenstemt met hun voorkeuren. Een gelijkere behandeling tussen eigenaar en huurder is dan ook op zijn plaats. Het invoeren van een verzekering gewaarborgd wonen voor huurders kan een belangrijke stap zijn om tot zo’n gelijke behandeling te komen.’

Een meer dan terechte vaststelling.

De Vlaamse eigenaar ontvangt 88% van het totaal aan woonsubsidies. Of omgerekend is het totale subsidiebedrag voor eigenaar-bewoners 4.9 keer groter dan dat voor huurders.

Het Belgische en Vlaamse woonbeleid heeft steeds de eigen woning als norm gehanteerd. Dit vertaalde zich in een uitgebreid arsenaal aan premies, belastingaftrekken, belastingverminderingen, sociale leningen of stimuli vanuit ruimtelijke ordening. De huurmarkt kreeg veel minder waardering. Daar is er de sociale huurmarkt, de ondersteuning van de sociale verhuurkantoren en de huursubsidie. Die ongelijkheid vertaalt zich ook budgettair. De Vlaamse eigenaar ontvangt 88% van het totaal aan woonsubsidies. Of omgerekend is het totale subsidiebedrag voor eigenaar-bewoners 4.9 keer groter dan dat voor huurders.

Kopers met een hypotheek die beantwoorden aan een aantal voorwaarden kunnen van de Vlaamse regering een verzekering krijgen tegen onvrijwillig inkomensverlies. De conceptnota wil nu een vergelijkbaar systeem voor huurders onderzoeken. De indieners stellen terecht dat ook huurders woonzekerheid en inkomenszekerheid verdienen. Tegelijkertijd ondersteunt deze regeling zo de verhuurmarkt en de verhuurder en krijgen verhuurders zo meer zekerheid over hun huurinkomsten.

Een lovenswaardig initiatief dus.

De conceptnota ondersteunt onze eis om huur en koop gelijkwaardig te behandelen. De overheid dient inderdaad neutraal te zijn ten opzichte van huren of kopen. Het debat in de commissie van het Vlaams parlement biedt zo een opening om deze beide woonvormen gelijkwaardig te behandelen.

Maar de conceptnota blijft heel bescheiden in haar mogelijke uitwerking. Ze bekijkt enkel de nieuwe contracten en komt tot een mogelijke ondersteuning van amper 400 gezinnen. Dit is zelfs nog ruim gerekend, want de conceptnota vraagt de overheid om de voorwaarden tot het verkrijgen van een dergelijke verzekering ernstig te onderzoeken. Dit beperkt aantal van 400 gezinnen staat in schril contrast met het aantal gezinnen die een verzekering krijgen voor een eigendom. Hier spreken we over 12.000 dossiers per jaar (zie voor de concrete cijfers de conceptnota).

Deze 400 gezinnen staan ook in schril contrast met de werkelijke nood aan ondersteuning. De Vlaamse woonraad heeft berekend dat ongeveer 160.000 gezinnen na het betalen van de woonlasten onder de armoededrempel vallen. Zij hebben allen meer dan een stevige ondersteuning nodig. Deze gezinnen kunnen zich niet verwarmen, kunnen zich geen fatsoenlijke maaltijd veroorloven, leven meestal in de minder goede tot slechte woningen van de huurmarkt … .

De verzekering tegen onvrijwillig inkomensverlies is een lovenswaardig initiatief, maar zij brengt niet de juiste antwoorden op de problemen van de Vlaamse huurmarkt. Het is opnieuw een druppel op de hete plaat.

Uit de studies van het Steunpunt Wonen weten we dat de subsidies, premies en aftrekken voor de eigenaarsmarkt vooral ten goede komen van de hogere inkomensgroepen, gezinnen die deze ondersteuning niet of nauwelijks nodig hebben.

Gelijke benadering van huren en kopen vraagt dus meer dan dit initiatief. Het vraagt een omwenteling van het Vlaamse woonbeleid. Dit kan enkel door extra middelen te voorzien voor de huurmarkt. De middelen voor sommige belastingverlagingen (bijvoorbeeld de verlaging van de erfbelasting) zouden kunnen gebruikt worden voor een effectieve ondersteuning van de zwakke huurder. Of het zou ook lukken door de middelen die nu bestemd zijn voor het kopen op een andere manier te gebruiken: door deze middelen vooral in te zetten voor de laagste inkomensgroepen en het overschot beter te gebruiken voor de huurmarkt. Uit de studies van het Steunpunt Wonen weten we dat de subsidies, premies en aftrekken voor de eigenaarsmarkt vooral ten goede komen van de hogere inkomensgroepen (4e en 5e kwintiel), gezinnen die deze ondersteuning niet of nauwelijks nodig hebben. Een billijke herverdeling is hier dus mogelijk.

Beide wegen zijn mogelijk en bieden een kans voor een echte ondersteuning van de huurmarkt. Het debat over de conceptnota in de commissie zet de deur op een kier voor een billijke omwenteling van het Vlaams woonbeleid. Waarop wacht Vlaanderen om ook de huurders mee aan boord te nemen?

[1] Conceptnota voor nieuwe regelgeving van Katrien Partyka, Jelle Engelbosch, Mercedes Van Volcem, Lorin Parys, Valerie Taeldeman en Björn Anseeuw betreffende het onderzoek naar een systeem van huur- en woonzekerheid en de introductie van dat systeem.
Ingediend op 8 november 2017

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *